Emmy en het spiegelkabinet
Door Dirk van Weelden
We hebben allemaal iets dergelijks meegemaakt: er is een groep bekenden en vreemden een weekend bij elkaar en een daarvan, laten we haar Emmy noemen, praat weliswaar met deze en gene, doet zonder strubbelingen mee aan alles, en vertelt ook een paar keer haar verhaal, ja, maakt zelfs een paar geslaagde grappen, maar heeft een oogopslag die nooit stralend wordt. Gedurende het hele weekend heeft ze niemand echt in vertrouwen genomen. Bij de minste of geringste vorm van sociaal ongemak trekt Emmy zich terug. En als de bijeenkomst eindigt is ze plotseling verdwenen. Ze ontloopt het moment van afscheid nemen wanneer stemmen, ogen, lichaamstaal en soms woorden uitdrukken hoe iedereen het samenzijn heeft beleefd. Beloftes en uitnodigingen nemen een voorschot op een eventueel vervolg. Of nadrukkelijk niet.
Er hangt een zweem van eenzaamheid om Emmy heen, zouden haar kennissen en vrienden zeggen. Sommigen denken dat ze best gelukkig is; ze heeft gewoon een eenzelvig karakter. Anderen vermoeden dat ze eronder lijdt.
Een wapen, een gevangenis
Wat haar kennissen waarnemen aan Emmy, is dat een teveel of een gebrek? Mensen zijn groepsdieren, die zich het best voelen als ze in gedrag en taal gespiegeld worden door anderen. Dat gebeurt in samenwerking, spel, familie, vriendschap en liefde. Maar iedereen is meer dan een kuddedier. De beroemde uitspraak van de zeventiende-eeuwse filosoof filosoof Pascal dat alle menselijk leed eruit voortkomt dat mensen niet de rust hebben op zichzelf in een kamer te zitten, is een onprecieze aanduiding van wat je een positieve vorm van eenzaamheid kunt noemen, of beter nog, zelfbesef. Het vermogen zichzelf en het eigen gedrag waar te nemen zonder daarin samen te vallen met de oordelen en waarnemingen van anderen. Dat levert een mate van onafhankelijk handelend vermogen op, een besef van de eigen individualiteit. In omstandigheden waarin machthebbers, autoritaire familieleden of geliefden ons gedrag en denken willen sturen en beheersen, en onze eigenheid willen onderdrukken of vernietigen, is deze vorm van eenzaamheid een wapen, een overlevingsinstrument.
Maar dat zelfbesef kan gemakkelijk een gevangenis worden, een spiegelkabinet waarin we onszelf overmatig gedetailleerd waarnemen, spiegelen en beoordelen zodat van het levenslustige botvieren van onze individualiteit niets overblijft. Dan staat het zelfbesef tussen ons en de anderen in, en maakt het ons eenzaam en machteloos. Dan is het een bron van depressie.
Die eenzaamheid is een pijn die veroorzaakt kan worden door afwijzing en uitsluiting. Door intimidatie en geweld of juist door verwaarlozing en onverschilligheid zoals soms bij kinderen en ouderen het geval is.
Altijd is er sprake van een schreeuwend tekort aan de sympathieke spiegeling door anderen. Wat we nodig hebben is aandacht die ons confronteert met kanten van onszelf waar we niet aan denken, of anders begrijpen dan de anderen. Het kan positief of negatief zijn, maar die aandacht is altijd een combinatie van erkenning en spiegeling. Voor even is ons zelfbesef niet meer de baas.
Je kunt het een welkom geval van zelfverlies noemen, zoals wanneer we onszelf vergeten en hossen en juichen voor een voetbalclub. Of in de hitte van een discussie werkelijk nieuwe denkbeelden tegenkomen of onszelf en anderen verrassen met wat we zeggen. Of als in de samenwerking met anderen niet meer te onderscheiden is welk aandeel van wie is. Een opbloeiende vriendschap of verliefdheid is het beste voorbeeld van welkom zelfverlies. Je ontdekt nieuwe kanten van jezelf, van de ander, van je lichaam, de natuur. Kortom, je verandert, je weet niet waar je zelf begint en de ander ophoudt, je bent duizelig van het leven. Het is heerlijk niet altijd jezelf te hoeven zijn.

Issues van Patrick van Vliet, olieverf op doek, 20 x 30 cm, 2019
Pijn en ja zeggen
Wat zou nu een goede omschrijving zijn van menselijk welzijn, een dynamisch evenwicht waarin eigenheid en gemeenschap elkaar versterken? Misschien wel dit: een veilige situatie waarin zelfbesef en zelfverlies elkaar in een kringloop afwisselen. Dan gaat een besef van vrijheid en individualiteit gelukkig samen met geborgenheid en erkenning.
Sinds mensenheugenis is het zo dat die vorm van welzijn zeldzaam en kwetsbaar is. Het evenwicht dat ervoor nodig is, een soort zelfregulerend vermogen is al gauw verstoord. Door verdriet en angst uit ons verleden, dat zich wreekt. Door de chaos en pech van de omstandigheden waarin we leven. Door het geweld en de wreedheid van mensen om ons heen. Door onze eigen drift, domheid en teleurstellingen. Het gevolg is eenzaamheid en dat is werkelijk een vorm van pijn, die ons brein door het lichaam verspreidt, met behulp van hetzelfde zenuwcentrum als in het geval van een gekneusde enkel, een snijwond of een maagzweer.
Een nietzscheaanse blik op dit lijden zou pleiten voor het heroveren van het zelfregulerend vermogen. En dat vanuit het idee om juist die strijd met onze driften en trauma’s, onze tekortkomingen en onderdrukkers in te zetten om die gelukkige kringloop weer op gang te krijgen. Hoe? Door zonder gehoorzaamheid aan conventies en religieuze normen, onbeschaamd eigenheid en verlangen naar gemeenschap te tonen. Door ‘ja’ te zeggen en te wagen en desnoods te falen, openlijk te verlangen en moedig te handelen. Met die open strijd is misschien nooit een gelukkige rusttoestand te bereiken, maar in die levenslange strijd wemelt het, naast de momenten van pijn en vertwijfeling, ook van de momenten van extase, liefde, vriendschap, gemeenschap en gedeelde schoonheid. Oftewel: we moeten ons die pijn niet persoonlijk aantrekken, niet in de valkuil trappen van schaamte of schuld, of bevangen raken door religieuze doembeelden en beloftes. Eenzaamheid is onontkoombaar maar bestrijdbaar, als je de waarheid erover maar onder ogen wilt zien en ‘ja’ zegt tegen alles wat de pijn bestrijdt zonder je eigenheid in het geding te brengen.
Eenzaamheid als industrieel product
Helaas is het niet iedereen gegeven zich tegenover zijn of haar eenzaamheid op te stellen met zulke nietzscheaanse heldenmoed. We leven in een maatschappij waarin het individualisme honderd jaar lang in toenemende mate wordt opgevoerd als norm van rechtvaardigheid, welvaart en geluk. Dat klinkt mooi, maar je kunt ook denken aan de spreuk ‘verdeel en heers’. Want al dat individualisme heeft niet alleen maar vrijheid opgeleverd. Een massa die opgesplitst is in enkelingen, die allemaal zenuwachtig bezig zijn zichzelf te verbeteren is makkelijker te regeren, en ook een economisch rendabeler fenomeen dan een maatschappij die is georganiseerd in stammen, klassen, religies of sektes.
Ieder mens is tegenwoordig verantwoordelijk voor zichzelf, en streeft naar een succesvol en ‘perfect’ zelfbesef. Dat speelt overal: in de opvoeding, het onderwijs, op het werk, bij de zeden en gewoonten rondom vriendschap, liefde en gezin. En zelfs ons uiterlijk, dat tot op grote hoogte een genetisch noodlot is moeten we ons persoonlijk aantrekken.
Het is een innerlijk tegenstrijdige norm: de enkeling puzzelt en oefent om aan een heersende sociale norm te voldoen, maar het gebeurt onder het mom van het vinden van zichzelf en het uitdrukken van het eigenste zelf. Het spreekt voor zich dat geen lichaam en geen persoonlijkheid en geen leven aan die norm kan voldoen. Het is onmogelijk en de boodschap is eigenlijk dat eigenheid niet werkelijk mag bestaan. Iedereen schiet altijd tekort.
Voilà, het perfecte recept voor ongeluk en eenzaamheid, voor het tot martelend spiegelkabinet worden van het zelfbesef en het opstoken van schuld en schaamte. Het wordt steeds moeilijker om ‘ja’ te zeggen tegen kansen op welkom zelfverlies. De simpelste dingen worden een probleem, de meest onschuldige voorstellen en geintjes leveren een kwetsuur op, de zelftwijfel wordt bodemloos, overal is angst voor afkeuring, ieder gevoel van handelend vermogen of waardigheid is verdwenen.
De digitale media-industrie die zowel het culturele leven als de persoonlijke levenssfeer heeft gekoloniseerd en industrieel uitbaat, heeft van deze vorm van eenzaamheid een product gemaakt. Door die eerst met haar beeldcultuur te stimuleren en er vervolgens voortdurend remedies en afleiding voor aan de man te brengen. Het lijkt op antiroosshampoo die de hoofdhuid uitdroogt zodat er voor eeuwig antiroosshampoo nodig blijft. Het doet vooral denken aan Sean Parker, een van de oprichters van Facebook, die beweerde dat het de ambitie van het internetbedrijf was om eenzaamheid af te schaffen, door iedereen te verbinden. Mensen van elkaar afzonderen en zorgen dat ze de door het bedrijf gemaakte formats gebruiken om tekst en beeld uit te wisselen, zodat het bedrijf steeds beter te weten komt hoe jaloezie, wantrouwen, verontwaardiging en minachting te bespelen zijn voor advertentiedoeleinden. Dat wordt dan verkocht als heilzaam sociaal contact.
![]()
Head Space van Patrick van Vliet, olieverf op doek, 20 x 30 cm, 2019
Oordelen en niet-weten
Dat de vloeiende kringloop van zelfbesef en zelfverlies eenzaamheid kan bestrijden en verzachten, wil nog niet zeggen dat zoiets gewoon gebeurt als je het wilt. Kameraadschap, vriendschap, liefde en het zijn van een goede buurman of buurvrouw, zijn het levenssap van het menselijk leven, maar wil dat gaan stromen, dan is er eerst iets anders nodig. Een situatie waarin ruimte is voor die veilige afwisseling van vast en vloeibaar, gewoonte en verrassing, tussen het eigene en het andere. Het echte obstakel dat zoiets in de weg staat is al dat bewuste kijken naar en beoordelen van onszelf en anderen. Eenzaamheid verminderen, van mezelf en die van Emmy, komt alleen op gang als ik bij haar ga zitten en naar het motief in haar armbandje vraag zonder precies te weten wie ik ben en zonder een duidelijk idee te hebben over wie Emmy is. Ook al zit ik al een leven lang met mezelf opgescheept en ken ik haar al jaren.
Helaas is het niet iedereen gegeven zich tegenover zijn of haar eenzaamheid op te stellen met zulke nietzscheaanse heldenmoed. We leven in een maatschappij waarin het individualisme honderd jaar lang in toenemende mate wordt opgevoerd als norm van rechtvaardigheid, welvaart en geluk. Dat klinkt mooi, maar je kunt ook denken aan de spreuk ‘verdeel en heers’. Want al dat individualisme heeft niet alleen maar vrijheid opgeleverd. Een massa die opgesplitst is in enkelingen, die allemaal zenuwachtig bezig zijn zichzelf te verbeteren is makkelijker te regeren, en ook een economisch rendabeler fenomeen dan een maatschappij die is georganiseerd in stammen, klassen, religies of sektes.
Ieder mens is tegenwoordig verantwoordelijk voor zichzelf, en streeft naar een succesvol en ‘perfect’ zelfbesef. Dat speelt overal: in de opvoeding, het onderwijs, op het werk, bij de zeden en gewoonten rondom vriendschap, liefde en gezin. En zelfs ons uiterlijk, dat tot op grote hoogte een genetisch noodlot is moeten we ons persoonlijk aantrekken.
Het is een innerlijk tegenstrijdige norm: de enkeling puzzelt en oefent om aan een heersende sociale norm te voldoen, maar het gebeurt onder het mom van het vinden van zichzelf en het uitdrukken van het eigenste zelf. Het spreekt voor zich dat geen lichaam en geen persoonlijkheid en geen leven aan die norm kan voldoen. Het is onmogelijk en de boodschap is eigenlijk dat eigenheid niet werkelijk mag bestaan. Iedereen schiet altijd tekort.
Voilà, het perfecte recept voor ongeluk en eenzaamheid, voor het tot martelend spiegelkabinet worden van het zelfbesef en het opstoken van schuld en schaamte. Het wordt steeds moeilijker om ‘ja’ te zeggen tegen kansen op welkom zelfverlies. De simpelste dingen worden een probleem, de meest onschuldige voorstellen en geintjes leveren een kwetsuur op, de zelftwijfel wordt bodemloos, overal is angst voor afkeuring, ieder gevoel van handelend vermogen of waardigheid is verdwenen.
De digitale media-industrie die zowel het culturele leven als de persoonlijke levenssfeer heeft gekoloniseerd en industrieel uitbaat, heeft van deze vorm van eenzaamheid een product gemaakt. Door die eerst met haar beeldcultuur te stimuleren en er vervolgens voortdurend remedies en afleiding voor aan de man te brengen. Het lijkt op antiroosshampoo die de hoofdhuid uitdroogt zodat er voor eeuwig antiroosshampoo nodig blijft. Het doet vooral denken aan Sean Parker, een van de oprichters van Facebook, die beweerde dat het de ambitie van het internetbedrijf was om eenzaamheid af te schaffen, door iedereen te verbinden. Mensen van elkaar afzonderen en zorgen dat ze de door het bedrijf gemaakte formats gebruiken om tekst en beeld uit te wisselen, zodat het bedrijf steeds beter te weten komt hoe jaloezie, wantrouwen, verontwaardiging en minachting te bespelen zijn voor advertentiedoeleinden. Dat wordt dan verkocht als heilzaam sociaal contact.

Head Space van Patrick van Vliet, olieverf op doek, 20 x 30 cm, 2019
Oordelen en niet-weten
Dat de vloeiende kringloop van zelfbesef en zelfverlies eenzaamheid kan bestrijden en verzachten, wil nog niet zeggen dat zoiets gewoon gebeurt als je het wilt. Kameraadschap, vriendschap, liefde en het zijn van een goede buurman of buurvrouw, zijn het levenssap van het menselijk leven, maar wil dat gaan stromen, dan is er eerst iets anders nodig. Een situatie waarin ruimte is voor die veilige afwisseling van vast en vloeibaar, gewoonte en verrassing, tussen het eigene en het andere. Het echte obstakel dat zoiets in de weg staat is al dat bewuste kijken naar en beoordelen van onszelf en anderen. Eenzaamheid verminderen, van mezelf en die van Emmy, komt alleen op gang als ik bij haar ga zitten en naar het motief in haar armbandje vraag zonder precies te weten wie ik ben en zonder een duidelijk idee te hebben over wie Emmy is. Ook al zit ik al een leven lang met mezelf opgescheept en ken ik haar al jaren.